Serc

Sliedrecht in de oorlog

Fotoreportage over Sliedrecht tijdens de Tweede Wereldoorlog. Klik op een foto om naar de volgende foto te gaan of gebruik de oranje knoppen.

Bommen op Sliedrecht

“Op Maandagmiddag 8 juli 1940 drijven boven Sliedrecht zware onweerswolken waaruit het bliksemde en onweerde. In de loop van deze maandagmiddag verschijnen om 14.23 uur enige Engelse vliegtuigen boven Sliedrecht. Het lijkt of ze zoekende zijn. Af en toe zijn de vliegtuigen zichtbaar tussen de wolken en even later verdwijnen ze weer. Niet lang daarna verschijnt een zeer hoog vliegend driemotorig vliegtuig tussen de onweerswolken. De directeur van de Machinefabriek, de heer Visser, staat met zijn verrekijker naar de vliegtuigen te kijken. 

Even later ziet hij iets uit het vliegtuig vallen en stuurt hij zijn personeel onmiddellijk naar binnen. Dit Engelse vliegtuig, een Vickers Wellington (ook als een Wimpy aangeduid) werpt enige bommen af. De eerste twee bommen komen terecht in Wijk C op het opslagterrein van Adriaan Volker, C 247. Met een fluitend geluid komen de bommen naar beneden om daarna met grote dreunen uit elkaar te spatten. 

Door de luchtdruk sneuvelen vele ruiten in de omgeving.

Een ijzige stilte volgt na de inslagen. Gelukkig vallen er bij de eerste bommen geen doden of gewonden. Aan de politie wordt verzocht de werkkrachten te waarschuwen niet in de bomkraters te komen.

Na de inslagen wordt luchtalarm gegeven. Daarna worden nog vijf andere bommen afgeworpen. Deze bommen komen terecht bij de Brugstraat, de Prins Hendrikstraat en de Julianastraat. Hierbij ontstaat veel schade aan woningen.

De Rode Kruissoldaat Jan Groenewold geeft als eerste hulp aan de slachtoffers. Na de oorlog krijgt hij voor zijn hulpverlening een onderscheiding. De gevolgen zijn verschrikkelijk. De brandweer en een ambulance van het Rode Kruis, een omgebouwde vrachtauto van de meelmalerij van de firma Kruit uit de Molenstoep, zijn snel ter plaatse om de gewonden te verzorgen. Met buurtbewoners worden de huizen op slachtoffers doorzocht. De bij de slachtoffers aangetroffen verminkingen doen de emoties hoog oplopen. Bij enkele zijn lichaamsdelen weggerukt. Er zijn vier doden en een aantal zeer zwaar gewonden. De zes jarige Annie Boer (geboren 27-05-1934) speelde achter het huis toen de bommem vielen. Haar jongere zusje Toos (2jaar oud)lag boven op bed. Annie werd dodelijk getroffen en haar moeder mevrouw Boer had een ernstige beenwond.

Achteraf blijkt dat een Engels vliegtuig van de R.A.F. geprobeerd heeft een aantal rijnaken en andere schepen in de Sliedrechtse haven te bombarderen met het doel deze schepen tot zinken brengen. In de haven lagen ook enige baggerbakken en twee zelfvarende baggerschepen. Op vele plaatsen op de buitenuitbreiding worden granaatscherven gevonden. Dit is ook het geval op het schoolplein van school VI. Het onderwijzend persmeel weet de kalmte onder de kinderen te bewaren door ze onder de banken te laten schuilen. De bommen komen echter ver van hun doel verwijderd neer.

De gehele Sliedrechtse bevolking is door het bombardement en de enorme ravage geschokt. Op 11 juli worden alle omgekomenen in een gemeenschappelijk graf op de algemene begraafplaats te Sliedrecht begraven. Een groot deel van de bevolking is bij de ter aarde bestelling aanwezig om afscheid te nemen van deze onschuldige oorlogsslachtoffers. Voordat de stoet bij de begraafplaats aankomt, staan de acht kisten, bedekt met bloemen, bij de groeve opgesteld. Stuk voor stuk worden de slachtoffers met de grootst mogelijke eerbied in de graven neer gelaten.

Ridderordes voor heldenmoed

Prins Bernhard brengt op 14 juli 1949 per auto een bezoek aan Sliedrecht. Op een toen nog onbebouwd gedeelte van de Merwesingel, ter hoogte van de huidige Piet Heinstraat, decoreert de Prins de helden en heldinnen van de verzetsstrijd. Mensen uit deze omgeving die nauw betrokken geweest zijn de bij de Biesboschcrossings. 

Eenenzestig verzetsstrijders worden onderscheiden, waaronder acht personen uit Sliedrecht. Dit zijn J. de Landgraaf, J. Bakker, J. Visser, J. Meijer, D. H .van Gool, C. L. Bolijn, P. van Dam en A. Kunst.

Bijna een jaar daarvoor, op 30 augustus 1948, is Jan de Landgraaf (1921- 1979) uit Sliedrecht door Koningin Juliana onderscheiden met de Militaire Willemsorde vierde klas. Op de Sonsbeekheide te Arnhem wordt hem dit ereteken op 7 oktober 1948 door H.M. persoonlijk opgespeld tijdens dezelfde plechtigheid waarbij Prinses Wilhelmina gedecoreerd wordt met de Militaire Willemsorde eerste klas. Dertig keer heeft De Landgraaf met zijn kano de achttien kilometer lange Crossline bevaren. In samenwerking met anderen heeft hij als ondercommandant in de Biesbosch kleine groepen zwaar bewapende Duitsers overvallen, opgeborgen en streng bewaakt.